2 De grote uitdagingen van onze tijd; Broeikasgassen

Broeikasgassen;


Wereldwijd is de uitstoot van broeikasgas 41,5 miljard ton CO2-eq. China voert de lijst aan met 12,5 miljard ton, gevolgd door de Verenigde Staten met 6,3 miljard ton en als derde de Europese Unie met 4,7 miljard ton CO2. Het aandeel van Nederland als klein land met slechts 0,2 miljard ton lijkt daarbij in het niet te vallen. Waar maken we ons druk om zou je kunnen stellen. 


Top 20 uitstoot broeikasgassen;


Kijken we naar het verbruik per inwoner dan zijn de Arabische oliestaten in het Midden-Oosten de echte grootverbruikers. , Qatar (40 ton per inwoner), Koeweit (30 ton) Verenigde Arabische Emiraten (20 ton) en Saoedi-Arabië (18 ton)- De VS volgen met een respectabele 16 ton per inwoner en Europa doet het net iets beter dan China met 8,4 ton per inwoner. Met 11,5 ton per inwoner behoort Nederland tot de koplopers in de wereld waarbij we grootmachten als China en Japan ver achter ons laten.

De belangrijkste broeikasgassen zijn Koolzuurgas [C02], Methaan [CH4], Lachgas [N2O] en gefluoreerd gas. De laatste wordt veel gebruikt  in onze koelkasten en aircosystemen. C02 komt vrij bij de verbranding van fossiele brandstoffen, methaan wordt vooral door de agrarische sector en afvalverwerking uitgestoten en lachgas door bemesting in de landbouw en de verbranding van  fossiele brandstoffen. De totale uitstoot van de broeikasgassen wordt vaak uitgedrukt in CO2-equivalenten, afgekort CO2-eq.1 kilo methaan over een periode van 100 jaar draagt 28 keer meer aan het broeikaseffect bij dan 1 kilo CO2 over dezelfde periode. Het CO2-eq van methaan [CH4] is dus 28, van lachgas [NO2] 265 en van het gefluoreerde gas zwavelhexafluoride [SF6] maar liefst 23.500


Uitstoot in CO2-eq naar bron: 

De bovenstaande grafiek geeft aan dat het leeuwendeel van de broeikasgassen uitgestoten wordt door de stook van fossiele brandstoffen en met name dat de uitstoot van CO2 de grootste bijdrage levert aan het totaal. Internationaal is afgesproken hoe de hoeveelheid C02 uitstoot door een land bepaald wordt. Dit om dubbeltellingen door bijvoorbeeld export of herbruikbare energiebronnen te voorkomen. In onderstaand schema is dit weergegeven. Vertrekkende vanaf de Nederlandse consumptie ook wel de Nederlandse voetafdruk genoemd. Hier moet de uitstoot van de export bij opgeteld worden en mag de import ervan af. Verder hebben we nog reducties voor het internationaal transport w.o. de lucht- en scheepvaart, de verbranding van biomassa en uitstoot door niet ingezetenen. Dus als je de kachel met houtpellets stookt, en elke dag met het vliegtuig naar je werk gaat in het buitenland of je hebt laten uitschrijven als woonachtig in Nederland dan doe je het goed voor de Nederlandse uitstoot reductie. Het klimaat schiet er weliswaar weinig mee op.


197 ton


Overzicht Nederlandse emissies: 

De stook van biomassa wordt niet meegeteld omdat de stelling is dat hiervoor net zoveel koolstof uit onze leefomgeving wordt gehaald als er in uitgestoten wordt. Men spreekt dan over de zogenaamde korte cyclus. Fossielen brandstoffen liggen vele tienduizenden jaren opgeslagen en de stook hiervan brengt wel extra koolstof in onze leefruimte.  Deze zienswijze gaat ervan uit dat er evenveel bosbouw plaatsvindt als boskap. M.a.w. het netto resultaat van wat de stook uitstoot en de groeiende bomen weer opnemen is 0. Als we naar de tropische regenwouden kijken weten we allemaal dat het zo niet werkt. De milieu organisaties hebben zich daarom kritisch opgesteld t.a.v. de bijstook van biomassa in onze kolencentrales. Hiervoor worden scheepsladingen vol met houtpellets uit Noord-Amerika aangevoerd, waardoor niet alleen de stook van deze pellets niet meer meegerekend wordt maar ook het transport van de houtpellets naar Nederland niet.

De meeste CO2 wordt uitgestoten door maar een zeer beperkt aantal bedrijven overwegend energiecentrales en petrochemische bedrijven. Om deze bedrijven ertoe te bewegen meer duurzaam te produceren Hebben we in Europa het emission trade system [ETS]  ingevoerd. Dit systeem stelt een plafond in voor de totale emissie in Europa en wordt langzaam afgebouwd. Nederland heeft van hieruit in 2017 totaal voor 44,1 Megaton aan CO2-eq emissierechten gekregen. De 435 Nederlandse bedrijven die aan de EU-ETS deelnemen hebben gezamenlijk 91,4 Megaton CO2-eq uitgestoten. D.w.z. dat ze 52 % op de Europese markt hebben moeten bijkopen. Het idee is dat bedrijven voor de meest efficiënte oplossing kiezen. Bijkopen van CO2 emissierechten of investeren in duurzame productiemethoden. Op dit moment bedraagt de prijs voor 1 ton CO2 uitstoot 20 Euro. In totaal hebben onze bedrijven dus voor ca. 900 milj. euro bijgekocht van landen en bedrijven die emissierechten hebben overgehouden. Uiteraard wordt dit doorberekend in de productprijs ofwel onze elektriciteitsrekening en de 900 milj. vloeit het land uit naar regio's die o.a. d.m.v. waterkracht eenvoudig emisieloos kunnen produceren.

Het nederlandse klimaatakkoord is op 28 juni 2019 aan de tweede kamer gepresenteerd. De doelstelling met dit akkoord is een CO2 reductie van 49% t.o.v. 1990 te bereiken voor 2030. Alle acties in dit akkoord zijn specifiek gericht op de sectoren;

  • Elektriciteit, 
  • Industrie, 
  • Mobiliteit, 
  • Gebouwde Omgeving, 
  • Landbouw en landgebruik
Daarnaast is er aandacht voor sectoroverstijgende maatregelen, zoals financiering, ruimtelijke inrichting, arbeidsmarkt en scholing.

Hoewel op internationaal niveau de CO2 reductie in de belangrijke sectoren scheep- en luchtvaart cruciaal zijn heeft het kabinet hiervoor geen plannen in het klimaatakkoord meegenomen maar slechts een ambitie uitgesproken. Dit is een direct gevolg van de rekenregels om emissies van internationaal transport niet mee te nemen. Voor de Nederlandse klimaatcijfers hoef je jezelf niet in te houden en mag je gerust nog een vliegreisje boeken.

Samengevat zijn de sectorplannen als volgt;


Gebouwde omgeving; CO2-reductie 3,4 Mton 




In 2030 moeten de eerste 1,5 miljoen bestaande woningen verduurzaamd zijn. Wijk voor wijk, startend met 50.000 woningen per jaar en resulterend in 200.000 woningen per jaar in 2030. De gemeenten weten in 2021 welke wijk wanneer aan de beurt is. Bewoners worden daarbij betrokken. Het is de bedoeling dat de investering in verduurzaming betaald wordt uit de opbrengst van een lagere energierekening.
Ook de CO2 uitstoot in de bestaande utiliteitsbouw wordt teruggebracht. Hier wordt gekozen voor een normering waaraan gebouwen moeten voldoen richting 2030. De uitvoering zal gebaseerd zijn op ontwikkeling van warmtenetwerken, geothermie, en biogas.


Mobiliteit; CO2-reductie  7,3 Mton


De inzet is een mobiliteitssysteem zonder emissies, met uitstekende bereikbaarheid en toegankelijk voor burgers en bedrijven. De in het klimaatakkoord gemaakte afspraken zijn;
  • Verkoop van nieuwe auto's in 2030 volledig emissievrij, Daarvoor moeten ongeveer 1,8 miljoen laadpalen beschikbaar zijn en rijden er naast volledig electrische autoś ook voertuigen op waterstof of zonnecellen. Belastingen worden aangepast zodat ze de overstap naar schone en slimme mobiliteit stimuleren.
  • Duurzame en geavanceerde brandstoffen worden in Nederland ontwikkeld en geproduceerd o.a. voor gebruik in zwaar transport en luchtvaart. In de EU zetten we ons in om de normen ten aanzien van het verplicht percentage hernieuwbare energie in de bestaande brandstoffen te verhogen.
  • Er komen steeds meer zero-emissie zones in steden. Daar krijgen lopen, fietsen en openbaar vervoer voorrang. Alle (circa 5000) OV-bussen zijn voor 2030 100% emissieloos. Datzelfde geldt voor bouwverkeer en mobiele werktuigen in de stad. Door optimale bevoorrading via logistieke hubs net buiten de stad, ontstaan mogelijkheden voor zero emissie distributie  in de stad.
  • 8 miljard minder werk gerelateerde autokilometers  in 2030. Verduurzamen van de zakelijke personenmobiliteit door; invoeren parkeerbeleid, overstappen naar volledig elektrische auto’s, gratis OV, stimuleren fietsgebruik, bonus-malus bij invoering mobiliteitsbudget, verstrekken van mobiliteitskaarten voor leaserijders.
  • Fietssnelwegen worden beter verbonden.
  • Autodelen wordt makkelijker. Combinaties van mobiliteitsvormen worden beter inzichtelijk gemaakt door apps/open data.

Industrie; CO2-reductie  14,3 Mton


In 2030 moet de industrie al flink minder CO2 uitstoten. Dat is een tussenstap op weg naar volledige duurzaamheid. Veel van de nieuwe manieren van produceren staan nog in de kinderschoenen en zijn nog te duur. Het streven is een circulaire economie waarin zo min mogelijk grondstoffen verloren gaan.

Het is van belang dat zeker wordt gesteld dat de afgesproken doelstelling voor uitstootvermindering in de industrie ook echt wordt gehaald. Het kabinet kiest hierbij voor een aanpak langs drie sporen; 

Spoor 1 - kostenreductie; Het kabinet draagt bij aan een programmatische aanpak van innovatie, pilots en demonstratieprojecten om tot kostenreductie te komen.

Spoor 2 - borging; Een borgingsmechanisme zoals een CO2-heffing, op het niveau van de sector zal worden uitgewerkt.

Spoor 3 - maatwerk; Voor een beperkt aantal bedrijven dat een aanzienlijk deel van de Industriële CO2 uitstoot voor haar rekening neemt.


Landbouw en landgebruik; CO2-reductie 3,5 Mton


Infographic landbouw en landgebruik

Om in 2050 in de landbouw en met landgebruik klimaatneutraal te zijn moet er veel gebeuren.

  • Productie kringen worden gesloten. 
  • CO2 opslag in bodem, bomen en gewassen wordt uitgebreid, ook op rijksgronden, langs rijksinfrastructuur en in de Nederlandse kwelders (Blue Carbon).
  • Een warme sanering van de varkenssector
  • Vervangen van traditionele kunstmest door nieuwe, groene kunstmest of bodemverbeteraars.
  • Tegengaan van CO2 emissies in veenweidegebieden
  • Klimaatneutrale glastuinbouw in 2040


Energie; CO2-reductie 20,2 Mton

Infographic Energie

Voor het elektriciteitssysteem is de stip op de horizon een CO2-vrij elektriciteitssysteem in 2050, dat betrouwbaar, betaalbaar en veilig is. Dit vraagt om een omschakeling van elektriciteitsproductie op basis van fossiele bronnen naar CO2-vrije opwekking. De aanpak tot 2030 richt zich op;

  • De elektriciteitsproductie waarvan minimaal 70% wordt opgewekt met hernieuwbare bronnen. O.a. windturbines op zee en op land en met zonnepanelen op daken en in zonneparken. 
  • De groeiende vraag naar elektriciteit. Auto’s worden elektrisch, de industrie vervangt olie en gas door schone stroom en gebouwen gaan van het gas af en zullen meer stroom nodig hebben voor verwarmen en koken. 
  • Aanvullende maatregelen om de levering van de meer weersafhankelijke stroomvoorziening betrouwbaar te houden.
De transitie van nu slechts 15% naar 70% groene stroom en waarbij het gebruik ook nog eens flink toeneemt is een van de grootste uitdagingen het komende decennium.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Bestaat er nog zoiets als een onschuldige Jood?

De Joodse Diaspora en Gaza: Een Morele Spiegel

De sluipende invloed van het CIDI